Hel op aarde
Volgens een oud Chassidisch verhaal werd een man die uitzonderlijk goed geleefd had een kijkje in hemel en hel gegund. In de hel zag hij vol verbazing een enorme feestzaal met tafels volgestouwd met het heerlijkste eten. De mensen die aan tafel zaten zagen er echter ontevreden en uitgehongerd uit. Toen hij wat beter keek zag hij dat dit veroorzaakt werd doordat hun handen zo waren vastgebonden dat zij het eten onmogelijk in hun mond konden krijgen. De volgende halte was de hemel, waar hij een identieke feestzaal zag en mensen die net als in de hel zo vastgebonden waren dat ze het eten niet in hun mond konden krijgen. Maar in tegenstelling tot de hel heerste hier vrolijkheid, was iedereen goed doorvoed en gezellig met elkaar aan het praten, terwijl ze elkaar eten gaven.
"Weer een eindeloze dag in de hel en ik ben nog meer vermoeid dan gisteren," denkt Krista, terwijl ze naar het grijs grauwe straatbeeld uit het raam van haar al even grijs en grauwe kantoor staart. "Nog even en dan kan ik de kinderen ophalen en naar huis," denkt ze vermoeid. Afwezig bladert ze door stapels met protocollen en richtlijnen op haar bureau en gaat verder met haar rapport. Het rapport dat een verwoestende werking op de levens van een groot aantal gezinnen zal hebben, weet ze. "Ik doe alleen mijn werk," denkt ze triest. "Als ik het niet doe dan doet een ander het en ben ik mijn baan kwijt en sta ik op straat." Ze haalt haar schouders op en gaat verder met het rapport en haar levensverwoestende conclusies.
Als het gezin ' s avonds aan tafel zit, het ritueel van bidden voor het eten zich op de automatische piloot voltrekt, denkt Krista aan de frase die van kindsbeen af in haar gedachten ingeslepen is. " Zegen dit eten en vergeef onze schulden van vandaag, amen" Als de kinderen hun eten hebben en ook zij en Hans hun wel verdiende kostje hebben ingeschept, vraagt Hans hoe haar dag was. " Wel goed, maar saai zoals gewoonlijk," antwoord ze, waarop Hans vol enthousiasme over zijn nieuwe project vertelt, waar hij als architect bij betrokken is.
Ondertussen staat een paar kilometer verderop Anneke voor haar fornuis voor de tweede keer deze week een pot bruine bonen klaar te maken, waar zij en haar twee kinderen het deze avond mee zullen moeten doen. Met angst in haar hart denkt ze aan het functioneringsgesprek wat ze deze week heeft. "Als het maar goed is," denkt ze triest. " Anders raak ik ook nog het kleine beetje wat ik nog heb kwijt." Stille tranen vallen van haar wangen op het fornuis, waar haar wanhoop sissend verdampt en als een stille kreet opstijgt naar boven.
De volgende dag gaat Anneke naar haar eerste gezin, een ouder echtpaar die beiden moeilijk ter been zijn en waarvan de vrouw begint te dementeren. Als ze binnen komt vraagt Egbert haar of ze een kop koffie wil en ze merkt wel dat de eenzame man graag wat aanspraak wil. Maar het management heeft het hun heel erg duidelijk gemaakt dat zij er niet zijn om met hun cliënten te praten, maar om het werk te doen. En bang om haar werk te verliezen wijst ze het aanbod van Egbert af en gaat snel aan het werk.
Als Anneke de deur uit is, gaat de teleurgestelde Egbert nauwgezet de gangen van Anneke na en ontdekt hier en daar vergeten stoffige hoekjes. Vlug grijpt hij naar de telefoon en drukt het nummer wat hij van die aardige mevrouw gekregen heeft. Nadat hij eerst zijn levensverhaal vertelt heeft, klaagt hij dat de werkster alweer haar werk niet goed gedaan heeft.
Krista, Anneke en Egbert. Gewone mensen die gewetensvol hun leven lijden, hun werk doen, maar bang zijn om hun geweten te volgen. Zij zijn ongewild uitvoerders van het kwaad, uitgebroed in de krochten van de hel, de duivelse bureaucratie, waar gewone goedwillende mensen de raderen van een satanisch apparaat draaiende houden.
Op een nacht krijgt Krista een droom. In de droom staat ze in een menigte en ziet ze een engel die hun toespreekt. "sta op!" roept de engel.
"Alleen slaven en onmensen doen dit elkaar aan. Jullie zijn geen slaven, jullie zijn geen vee. Jullie zijn mensen. Laat de menselijkheid overheersen. Het duivels systeem eist offers, eist jullie leven en het leven van jullie geliefden. Eten wordt vergiftigd, oorlogen woeden, mensen worden tegen elkaar opgezet.
Laat je geen angst aanjagen. Angst is het wapen van de duivel, is de snelweg naar de hel. Alleen slaven laten zich angst aanjagen, laten zich afslachten als kanonnenvoer, laten hun menselijkheid zich ontnemen. Wordt wakker en schudt dit verderfelijk systeem van je af.
Gehoorzaam ze niet, die je gedachten willen bepalen, je tot een slaaf maken en behandelen als vee. Sta op en buig niet voor het kwaad, laat de menselijkheid je niet ontnemen en je niet verdoemen. Links - rechts, blank - zwart, oost - west zijn aangeprate verschillen, aangeprate verdelers en aangepraat kwaad. Jullie zijn mensen en mensen zijn geschapen om lief te hebben, elkaar te helpen en in harmonie te leven.
Met het zogenaamd redden van de wereld worden jullie
afgezonderd van elkaar, gevangen in een technocratisch systeem en afgeslacht in bloedige oorlogen. Zie toch het kwaad wat over jullie uitgerold
wordt, wat bezig is jullie te verpulveren en de
menselijkheid van jullie af te nemen.
Alleen de liefdelozen haten,
laten zich verdelen, tot slaaf maken. Jullie zijn mensen en mensen hebben elkaar lief, helpen elkaar en bouwen
met elkaar aan Gods wereld. Een wereld van Liefde, verdraagzaamheid en
zorg voor elkaar. In plaats van oorlogen, honger en klimaatdoem, zie Gods aarde zoals die bedoelt is. Een plek van liefde en menselijkheid waar de wolf naast het lam leeft.
Een goede wereld is geen systeem, wordt niet opgelegd of afgedwongen. Niet met allerlei belachelijke en onmenselijke maatregelen gecreëerd, maar het bestaat al. In de bijbel, het evangelie van Lucas staat dat het koninkrijk van God bestaat, niet in één mens, maar in jullie allemaal. Jullie zijn de wereld, verenig je, laat je niet verdelen, uitspelen en ontmenselijken. Laat Gods liefde je vullen en verwerp de oorlog- en angstpropaganda van het kwaad. Laat Gods koninkrijk in jou werkelijkheid worden." **
De volgende dag gaat Krista geïnspireerd door haar droom op bezoek bij Egbert. Daar gekomen treft ze Egbert aan in een geanimeerd gesprek met Anneke over dezelfde boodschap die ook zij in haar droom gekregen heeft. Het blijkt dat ze alle drie dezelfde boodschap gekregen hebben. Egbert heeft het ergens gelezen, Anneke gehoord en zegt Krista met een knipoog: "Wie had dat kunnen dromen."
Als Egbert vertelt van zijn eenzaamheid en Anneke van de schrijnende armoede waarin zij met haar kinderen leeft, wordt het Krista bijna teveel. Het blijkt dat Egbert graag af en toe wil oppassen op de kinderen van Anneke, zodat Anneke de door haar felbegeerde opleiding kan doen, bekostigd door subsidies waar Krista weet van heeft.
Zodoende wordt Egbert, die zijn eigen kleinkinderen amper ziet, een opa voor de kinderen van Anneke. Krista gaat minder werken voor de inspectiedienst en gaat als zelfstandige mensen begeleiden en verteld hierdoor aan de etenstafel even enthousiast over haar werk als Hans. Anneke kan het heel goed vinden met één van haar docenten en het duurt niet lang dat de drie elkaar weer ontmoeten tijdens het huwelijk van Anneke. Als voltijds huismoeder komt ze nog wekelijks bij Egbert, voor de gezelligheid en om te helpen.
"Wie waarlijk leeft heeft
in zijn hart een onvernietigbare veer, een stille kracht, die ieder
weerstand tart. Noem ons haar naam. Spreek uit en leer wat sterker is
dan ramp en smart. Geen naam, geen leer, alleen de wil sterker te zijn
dan leed en tijd. Aanvaard uw taak, volvoer haar stil, Heb lief en hoop
en wees bereid..." (Albert Verwey)
** Geïnspireerd op de speech van Charlie Chaplin in de film 'The great dictator'.