De laatste mens
Nicolette zit met haar kopje koffie op het bankje wat strategisch aan de rand van het met bomen omzoomde plein is geplaatst. Met een glimlach kijkt ze naar de kinderen die helemaal opgaan in hun spel. Dan wordt het spel plotseling ruw verstoord en klinkt er gehuil. Als Nicolette aankomt op de plek des onheils, ziet ze Kees op de grond zitten, getroost door talrijke kinderhandjes. Jantje staat er bedremmeld bij. "Jantje heeft Kees geslagen!" klinkt het beschuldigend.
Het woord verantwoorden is samengesteld uit ver en antwoorden, een weerwoord geven. Oorspronkelijk had het woord verantwoordelijk de betekenis 'gerechtvaardigd', maar dit is verschoven naar plicht, datgene wat van iemand wordt geëist door een gezag boven de persoon. Het heeft waarschijnlijk een juridische oorsprong, maar heeft in de loop van de tijd een bredere en ook morele betekenis gekregen. Het woord is gekoppeld aan een daad.
"Waarom heb je Kees geslagen?" vraagt Nicolette streng. Ze heeft moeite haar gezicht in de plooi te houden bij het zien van het schuldbewuste gezicht van Jantje. "Kees zei gemene dingen en Chiel zei dat ik hem moest slaan," klinkt het verweer van Jantje. "Als Chiel zegt dat je in de sloot moet springen dan doe je het toch ook niet," zegt Nicolette streng.
Als een klein kind een ander kind slaat, wordt het kind doorgaans gestraft. Als Jantje dan zegt dat Chiel hem had aangespoord, dan wordt Jantje als het goed is alsnog gestraft. Op deze manier leert een kind verantwoordelijk te zijn voor zijn eigen daden. Met onder andere de uitvinding van labels en verlies van norm consent, heeft deze pedagogische basisregel aan kracht ingeboet. Als Jantje een bepaald label heeft, dan wordt de verantwoordelijkheid van Jantje (terecht of onterecht) afgewenteld en is Jantje om met juridische termen te spreken ontoerekeningsvatbaar. Dit heeft invloed op de voorbeeldfunctie die daad en gevolg heeft voor andere kinderen en het rechtvaardigheidsgevoel van Kees.
Wanneer Jantje thuis komt, ziet moeder direct dat er iets aan de hand is. "Is er iets gebeurd op school?" vraagt ze bezorgd. Jantje begint te huilen en moeder slaat troostend haar armen om hem heen. "Kees pestte mij," snikt Jantje. "Was Kees weer bezig?" vraagt moeder boos. "Ja, en toen heb ik hem geslagen." "Goed zo," zegt moeder trots. "Maar nu moet ik morgen in de pauze voor straf binnenblijven." En Jantje begint nog harder te snikken. Vader die er bij is komen staan, pakt zijn telefoon en belt meteen school. Verontwaardigd maakt hij duidelijk dat hij niet akkoord gaat dat Jantje gestraft wordt voor het slaan van die pestkop.
De ouders conformeren zich niet aan de norm die de school stelt, waardoor Jantje tegenstrijdige signalen krijgt. De straf die Jantje op school krijgt, wordt door hem als onrechtvaardig ervaren. Verantwoordelijkheid stoelt op drie pijlers. Er moet een duidelijke norm
aanwezig zijn, vrije wil om beslissingen te nemen en de daad moet een
gevolg hebben. Jantje moet weten dat hij niet mag slaan, hij moet
niet gedwongen zijn om te slaan en het moet echt een pijnlijke slag
zijn geweest en niet een aai over de bol.
"Nog één schrift en dan ga ik naar huis," denkt Nicolette en net op dat moment komt Hans binnenlopen. Na even over het komend afscheid van Henk gesproken te hebben, vertelt Hans een boze vader aan de telefoon te hebben gehad. Nicolette schrikt, maar kan geen reden voor ongenoegen bedenken. "Wie was het?" vraagt ze verbaast. "Het was de vader van Jantje," antwoord Hans. "Waarom zijn zoon straf krijgt als hij voor zichzelf opkomt en een pestkop slaat." Nicolette ziet aan de zenuwachtige bewegingen van Hans dat hij waarschijnlijk niet achter haar is gaan staan. "En?" vraagt ze dan. "Ik heb gezegd dat ik het met je zou bespreken." Quasi verbaast vraagt ze: "Waarom?", "het beleid is toch duidelijk." Hans kijkt ongelukkig en zucht. "Ja, maar er is nu sprake van pesten.........en ons pestprotocol....."
Verantwoordelijkheid is door de afrekencultuur in toenemende mate een afschuifsysteem geworden. Persoonlijke verantwoordelijkheid wordt naar steeds grotere structuren afgeschoven en verdwijnt uiteindelijk hierin.
Of een kind geboren wordt als een tabula rasa (onbeschreven blad) of met a-priorische kennis (kennis aanwezig voor de geboorte), het blad wordt beschreven met ervaringen die het opdoet in de wereld. De filosoof Martin Heidegger gebruikt hiervoor de term da-sein, het 'in de wereld zijn'. Kinderen zijn een deel van de wereld om hun heen en worden gevormd door de wereld. De wereld van kleine kinderen is nog klein en wordt meestal gedomineerd door hun ouders en school. Ouders delen hun wereld met hun kind en wijden het hierdoor in.
"U bent de wortel van hun
bestaan en zij de vrucht van uw bestaan. Als de wortel goed is zullen
zij bloeien, maar is de wortel rot dan zullen zij verwelken.....het zorgen voor uw kinderen begint bij het zorgen voor uzelf. Immers
door voor uzelf te zorgen, zorgt u voor de wortel van hun bestaan. Als
de wortel zijn functie verliest en de vrucht niet meer voedt, zal ook de
wortel verschrompelen....." ( Over de kinderen ) *
Deze inwijding of initiatie gebeurd grotendeels door taal. Volgens de filosoof Ludwig Wittgenstein is taal het middel om de werkelijkheid weer te geven. Taal is complex en verschilt per context. De taal van poëzie is een totaal andere taal dan de functionele taal op de werkvloer. Daarom spreekt Wittgenstein over het 'taalspel'. Met het leren praten en het spel van de taal, leert het kind de wereld om zich heen begrijpen. Omdat woorden onder andere betekenis krijgen in daden, is verantwoordelijkheid en de manier waarop hiermee in woord en daad wordt omgegaan belangrijk voor de morele ontwikkeling van het kind. Ook effectief en daadkrachtig handelen wordt op deze manier geleerd. Helaas geldt dit ook voor de tegenhanger hiervan, passiviteit en hulpeloosheid.
De psycholoog Martin Seligman ontdekte door dierproeven dat hulpeloosheid kan worden aangeleerd. Dit treedt op als een mens of dier herhaaldelijk wordt blootgesteld aan stressvolle situaties zonder dat hier iets aan te doen is. Deze persoon of dier wordt dan geconditioneerd om hulpeloos te zijn en kan geen verantwoordelijkheid nemen. Als een kind geen duidelijke norm geleerd wordt, niet de vrijheid krijgt hiermee daadwerkelijk te experimenteren of dat daden geen gevolgen hebben, kan deze aangeleerde hulpeloosheid optreden. Dit kan uiteindelijk tot gevolg hebben dat kinderen zich passief en hulpeloos gaan opstellen. Dit mechanisme speelt niet alleen een rol in de opvoeding van kinderen, maar wordt onder andere ook toegepast in overheidsbeleid, gevangenissen en concentratiekampen.
De vader van Jantje is manager van een culturele instelling. Hij was één van die managers die (onder druk) het dragen van aantoonbaar schadelijke mondmaskers verplicht stelden en de verantwoordelijkheid afschoven op het ministerie. De ambtenaren van het ministerie voeren uit en schuiven de verantwoordelijkheid af op het kabinet. Het kabinet schuift af richting de meerderheid van de tweede kamer en het OMT. Deze schuiven op hun beurt weer af op 'de wetenschap'. Een wetenschap die in toenemende mate een zingevend karakter heeft gekregen en hierdoor dogmatisch is geworden.** Het ultieme afvoerputje van verantwoordelijkheid zijn protocollen en verdragen. Eenmaal opgetekend in een protocol of verdrag, is de 'daadwerkelijkheid' verschoven naar een papieren werkelijkheid.
Ook in de medische wereld is ondanks de medische eed, verantwoordelijkheid ver te zoeken. De strafprocessen die na de tweede
wereldoorlog door de geallieerden in de stad Neurenberg werden gehouden, waren aangaande persoonlijke verantwoordelijkheid duidelijk. Ondanks de les die de geschiedenis ons leert, is deze zich nu aan het herhalen. De groep artsen die zonder zelf onderzoek te doen injecties
zetten, schuiven de verantwoordelijkheid af naar de overheid. De norm is dan niet de eigen verantwoordelijkheid, maar het volgen van de overheid. Een andere
groep heeft zich er wel in verdiept, maar heeft de vrijheid niet om dit tegen hun patiënten te zeggen en goed werkende medicijnen voor te schrijven. Terwijl er ook artsen zijn met de
overtuiging dat er weinig zware bijwerkingen, dus gevolgen zijn. Baat het niet dan schaadt het niet is hun motto. Op deze manier wordt de verantwoordelijkheid op alle drie de pijlers ondermijnt.
De norm wordt gesteld door opgetekende wetten en natuurlijke wetten. Natuurlijke wetten zijn al door klassieke denkers als Aristoteles, Cicero en Thomas van Aquino beschreven als leefregels welke natuurlijk voortvloeien uit de menselijke natuur en rede. Met andere woorden gebruik van gezond verstand. Thomas van Aquino werkte het concept verder uit door te stellen dat de natuurlijke wet in ieder mens in de basis aanwezig is, maar niet uitgewerkt. In westerse landen is de natuurlijke wet, met uitzondering van het Engelse 'common law', ten gunste van het Romeinse rechtssysteem afgeschaft. Dit systeem gaat uit van een gecodexeerd, ofwel in boeken vastgelegd geheel van wetten en regelingen, waaraan objectief wordt getoetst. Zoals de afgelopen jaren is gebleken, kan deze zogenaamde objectieve toetsing totaal verstoken zijn van rede en gezond verstand.
Ook kunnen de natuurlijke normen volgens de Italiaanse schrijver en politicus Antonio Gramsci, verdrongen worden door de culturele hegemonie van de heersende elite. Het waarden en normen systeem van deze groep wordt overgenomen door andere groepen. Het woord hegemonie is afgeleid van het Griekse woord hègemoon wat leider betekent. In het oude Griekenland werd de term gebruikt voor geweldloze overheersing van een staat over andere staten, een betekenis wat het woord in context van internationale betrekkingen nog steeds heeft. Zo is de Amerikaanse hegemonie over onder andere onze cultuur, economie en politiek onmiskenbaar.
De steeds kleiner wordende rol van godsdienst in onze maatschappij heeft
ertoe geleid dat uiteindelijk ook het cultuur christendom, of de
traditionele christelijke normen en waarden aan het verdwijnen zijn. De
filosoof Friedrich Nietzsche duidt dit proces met de woorden: "god is
dood" In dit proces onderscheidt hij twee archetypen, de ubermensch en
de laatste mens. De ubermensch of sterke mens is de mens die dit gat
weet te vullen en de laatste mens is de antagonist hiervan. Een passieve
nihilist die moe is van het leven, geen risico neemt en alleen uit is
op comfort en veiligheid. De laatste mens gaat ten onder aan decadentie.
Het woord decadent betekent volgens het woordenboek: "In
verval, of verfijnd maar krachteloos." Het is afkomstig van het Latijnse
woord
dēcadere, wat zoiets betekent als 'van de weg af'. Bestuurlijke decadentie ontstaat na een tijd van voorspoed en vrede als
de bestuurlijke elite decadent is geworden. Historische Kenmerken voor een bestuurlijke decadentie zijn, een verlies van
zekerheden en toekomstperspectief met een heilig vertrouwen in de
wetenschap en industrie. Daarbij spelen een hoge mate van corruptie,
belangenverstrengelingen en repressie van het volk een grote rol. De passieve nihilist is enorm kwetsbaar voor deze decadente bestuurlijke elite, die zich door verlies van visie en idealisme wanhopig vastklampen aan hun relatieve macht.
Volgens de filosoof Thomas Hobbes zijn er vier soorten van macht. De natuurlijke macht is het overwicht wat sommige mensen van nature hebben. Deze macht is voor de echt heersende elite te grillig en sterke personen zijn niet goed manipuleerbaar. Daarom bestaan op dit ogenblik vrijwel alle westerse regeringen uit zwakke manipuleerbare mensen en is Donald Trump (hoe je ook over hem denkt) nog steeds het doelwit van de heersende elite in Amerika. Instrumentele macht is indirecte of afgeleide macht. Deze macht wordt beheerst door de heersende elite, die vooral door hun rijkdom heersen. Relatieve macht is te vinden in onder andere Den Haag. De Haagse politiek is verworden tot goedkoop theater, omdat de machten achter de politiek de werkelijke besluiten nemen.
Afgestane macht is volgens Hobbes de oplossing voor de machtsstrijd die op elk maatschappelijk niveau de samenleving ontwricht. Als iedereen zijn of haar persoonlijke macht afstaat aan de gemeenschap, dan ontstaat er volgens Hobbes 'common wealth', wat leidt tot vrede en voorspoed. Het probleem van Hobbes utopie is dat het individu door machteloosheid vervalt tot decadentie en uiteindelijk tot Nietzsches laatste passieve nihilistische mens. In
zijn werk 'De vrolijke wetenschap' stelt Nietzsche: "Waar geheerst wordt, daar zijn massa’s: waar
massa’s zijn, daar is een
behoefte aan slavernij. Waar slavernij is, daar zijn slechts weinig
individuen, en deze hebben de kudde-instincten en het geweten tegen." De passieve nihilistische mens wordt een speelbal voor de elite die de naar hen afgestane macht legitimeren door een door hen gecreëerde ideologie.
Deze 'One health' ideologie of religie wordt onder andere uitgedragen door de wereld
gezondheidsorganisatie en het World Economic Forum en overgenomen door overheden wereldwijd. Het gaat uit van een wederkerige relatie tussen mens, dier en milieu. Een goede 'gezondheid' voor mens, dier en milieu is met elkaar verbonden en is volgens deze ideologie door technologie en controle te bereiken. In zijn boek 'Surveiller et punir' stelt de filosoof Michel Foucault dat er een
verschuiving van soevereine macht naar disciplinerende macht heeft
plaatsgevonden. Eerst was alleen de macht zichtbaar in de vorm van
koning en adel. Het 'gewone' volk was onbeduidend en onzichtbaar. Vanaf
de 17e eeuw ontstaat discipline en is het
volk zichtbaar, maar de werkelijke macht onzichtbaar. Ook beschrijft hij
dat de disciplinerende macht uiteindelijk opschuift naar een
controlerende macht. Een beweging die we op dit moment meemaken.***
Met de zogenaamde corona maatregelen, de QR-app, injecties en het mantra "je doet het voor de zorg, je
doet het voor de ander," hebben we hier de laatste jaren kennis mee gemaakt. Het doet een appél op de verantwoordelijkheid voor
de ander, maar de verantwoordelijkheid voor eigen lichaam en geest ontbreekt.
Deze wordt in toenemende mate verschoven naar private internationale organisaties en de industrie. Ook de verantwoordelijkheid voor de ander bestaat uit een passief en hulpeloos volgen. Dit is een
omkering van traditionele religieuze en godsdienstige beginselen, maar past precies in de nieuwe religie.
De Franse schrijver Victor Hugo schreef: "Tout ce qui augmente la liberté augmente la responsabilité." (Alles dat de vrijheid verhoogt, vergroot de verantwoordelijkheid.) Het tegenovergestelde geldt ook. Alles dat de verantwoordelijkheid verkleint, verlaagt de vrijheid. Om deze beweging te stoppen, moeten we onze verantwoordelijkheid nemen. Want zoals de Duitse verzetsstrijder en dominee Dietrich Bonhoeffer zei: "Nicht der Gedanke, sondern die Verantwortungsbereitschaft ist der Ursprung der Tat." (Niet de gedachtes, maar de bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen is de oorsprong van de daad.)
Verantwoordelijkheid nemen betekent ook: "Luister naar raad en aanvaard correctie, dan word je in de toekomst wijs." (spreuken 19:20)