Jaar van de inkeer
In een artikel in de Leeuwarder Courant, met de titel "Jaar van het vaccin", beklaagd een predikant zich dat hij het verzet tegen het corona-vaccin niet begrijpt. Ook hoopt hij dat 2021 het jaar van het vaccin wordt.
Dat hij het persoonlijk niet begrijpt en zijn hoop gevestigd heeft op het vaccin, is iets wat iedereen voor zichzelf moet uitmaken. Dat is nu direct ook het punt waar het naar mijn mening fout gaat in het artikel. Een predikant heeft als kerntaak de pastorale zorg voor de gemeente. Het Latijnse woord pastor betekent herder. In de bijbel wordt het beeld van de herder die tot het uiterste gaat om voor zijn kudde te zorgen veel gebruikt. Net als een herder zijn kudde bij elkaar houdt, heeft een predikant als taak de gemeente die aan zijn of haar zorg is toevertrouwd bij elkaar te houden. Dit betekent natuurlijk niet dat een predikant niet op mag treden als er dingen fout dreigen te gaan. Een goede herder beschermt de kudde en leidt deze naar de bron. Maar dan hebben we het wel over theologische dwalingen of het welzijn van de gemeente in haar geheel. En juist daar gaat deze predikant in het artikel volledig aan voorbij. In plaats van deze mensen serieus te nemen, zet hij ze als onverantwoordelijk weg en maakt daarmee de polarisatie binnen zijn gemeente alleen maar groter.
De zorgen die kritische mensen hebben voor dit in alle haast ontwikkelde vaccin zijn niet ongegrond. Deze worden gedeeld door gerenommeerde wetenschappers en artsen. Ook de eenzijdige berichtgeving en grote censuur zijn feiten die bijna niet te ontkennen vallen.
Op meerdere plaatsen vertelt de bijbel ons op onze hoede te zijn en te onderzoeken. Daarom is het ook vanuit theologisch opzicht volledig legitiem om vraagtekens te zetten bij het vaccin.
In bijna vierhonderd teksten vertelt de bijbel ons niet bang te zijn. Wat is het geloof waard als het alleen bij woorden blijft. Stel je voor dat Jezus hier tussen ons loopt met een mondkapje voor, angstvallig wegdeinzend voor iedereen die bij Hem in de buurt komt. Dat kan ik mij niet voorstellen en de bijbel vertelt gelukkig ook anders.
In de tijd van het nieuwe testament was er geen corona, tenminste niet in de vorm van covid-19. Wel was er een ziekte wat vele malen erger was dan corona nu in onze tijd is, melaatsheid. Deze ziekte werd 'de eerstgeboren zoon van de dood' genoemd. Mensen die besmet waren met deze ziekte werden niet in quarantaine opgesloten in hun huizen, maar uitgestoten uit de gemeenschap. Ook was er in die tijd al een voorloper op de corona app. iedere keer dat een nietsvermoedende voorbijganger te dicht in de buurt van een melaatse kwam, moest deze zijn ratel als alarm gebruiken en luid 'onrein' roepen. Vermoedde men besmetting dan trad er een protocol in werking, waarbij de getroffen persoon snel van zijn of haar rechten werd ontdaan en secuur werd gedemoniseerd tot melaatse.
Deze voorschriften staan in Leviticus beschreven en waren er om de gemeenschap te beschermen. Daarom was een melaatse voor de Joodse wet lichamelijk onrein.
Maar als er angst in het spel is, de persoon zich niet kan verweren en bovendien verstoten is uit de gemeenschap, dan wordt die persoon een paria waarop alles wat slecht is geprojecteerd wordt. Zo groeide de gedachte dat een melaatse behalve lichamelijk ook innerlijk onrein was. Een logische gevolgtrekking hier weer op, was de conclusie dat het dan vast een straf van God was. Angst blijkt ook in die tijd al een geweldige stimulans voor het vinden van manieren om het geweten te sussen.
Bijkomstig voordeel voor de leiders was dat dit een prachtig instrument bleek om het volk onder de duim te houden. Gedroeg je jezelf niet zoals de schriftgeleerden en de priesters vertelden, dan kon je worden gestraft door God met melaatsheid. Door je goed te gedragen kon de angst voor deze dodelijke ziekte en de daarop volgende verstoting worden bezworen. Ook kon je alleen genezen worden verklaard door een priester die de melaatse ging testen.
Maar toen kwam Jezus. Hij deed het totaal anders en walste dwars door dit voor de machthebbers prachtige systeem van onderdrukking heen. Jezus zag, evenals het Joodse slavinnetje in het oude testament, een mens die toevallig melaats was. Waar andere mensen angstig terugdeinsden, ging Jezus in Zijn liefde hen juist tegemoet en raakte hen zelfs aan. Daarmee herstelt Hij hun menselijkheid en worden ze weer verbonden met andere mensen. De mensen die Jezus willen volgen naar Gods toekomst.