Schijnverlossing
'Wat
ons
verlossing brengt kan niet
uit den boze zijn',
roept een stem.
Ga dan naar uw huizen en bedrink uzelf, wordt dronken en doe dit
elke dag tot het einde uwer dagen. Wacht niet langer op de verlossing
die u als een worst wordt voorgehouden als u dit soort verlossing ook
uzelf kunt brengen. Beter doet u er zelfs aan, want de wijn is zoet
en haar roes is zacht, terwijl de verlossing bitter smaakt en haar
roes er één van grote vreze is.
Als
dronkaards schuifelt u in deze
roes
door de straten.
Vergeten is uw
vreugde, vergeten is uw mededogen en vergeten is uw naaste.
U hebt uzelf volgegoten met vrees en slijt uw dagen in
haar
roes. In uw angst om uw leven te verliezen hebt u reeds uw leven
verloren, maar u hebt het niet door. Zoals
de dronkaard in zijn roes zijn
leven en dat van zijn naasten verwoest, verwoest u uw leven en dat
van uw naasten met uw vrees.
Ik zeg u, de priesters zijn als een hebzuchtige waard die uw glas
blijft vullen en u gerust stelt tot u door schulden gebonden bent.
Evenals een dronkaard niet zonder zijn wijn kan, zult u in uw vrees
niet zonder de verlossing kunnen. Als een dronkaard zult u
steeds opnieuw met angst en beven smachten naar de verlossing. In
afhankelijkheid van de verlossing die de priesters u bieden zult u
niet in staat zijn uw eigen leven te leiden. Het zal zijn als een
keten die u elke dag uzelf om zult leggen en in uw roes
zult u dat niet weten.
In
afgunst en vrees zult u de verstotenen benaderen. Diegenen die
nuchter blijven en
hun leven niet in
vrees willen
doorbrengen. Zoals
een slang zich in u vastbijt en zijn gif in u verspreid, zullen de
priesters hun gif in u verspreiden. Afgunst en vrees zullen
veranderen in een
blinde woede en haat. Als eenmaal dat moment bereikt is, dan zullen de priesters een zwaard in uw hand leggen en zult u deze heffen tegen degene die u eens lief hebt gehad.
Geloof niet in deze zogenaamde verlossing. Het is een keten die uw menselijkheid in de ban doet en u bindt aan de priesters.