Het nieuwe opgedrongen geloof
En de toegestroomde menigte vroeg: 'Wilt u ons vertellen over de tekenen van de tijd'.
En hij sprak. Thans is er tot één enkele overtuiging gekozen. Het geloof in de vijand, het grote kwaad. De beeltenis van dit kwaad is op uw netvlies gebrand, wordt keer op keer vertoond en het jaagt u grote vrees aan. Het bestrijden van deze vijand is dan ook het enige wat er in uw ogen werkelijk toe doet. En ik vraag u, wie van u heeft er niet gehoord van de witte tempel. Het heilige der heiligen waar priesters in witte gewaden de strijd voeren tegen het kwaad wat juist uw weerlozen treft. Ook in de vespers wordt dagelijks verhaalt hoe vele van u ten heden dage bezoedeld zijn met dit kwaad.
De verlossing komt van de grote bevrijder, de alom vereerde verlosser, wiens verlossing door de hogepriesters in zwarte gewaden wekelijks wordt verkondigd. Onder u zijn er ook met een andere overtuiging. Zij verkondigingen rede en verlichting en hun woorden zijn als een balsem op de wonde van uw vrees. Maar deze boodschappers worden door de priesters afgedaan als valse profeten. Hun boodschap verguisd en zij worden aan de schandpaal genageld.
Het licht van de verlossing schijnt aan de horizon, de grote verlossing komt met spoed. Juicht allen met jubelstem, maar waak voor overmoed. De grote eindstrijd zo verkondigen de hogepriesters is nog niet begonnen, het gevecht tegen het kwaad lang niet voorbij. Maar er gloort hoop en de heilige vrees brengt u rust en nederigheid.
De strijd is hard, er moeten offers gebracht worden. Ouders, offer de toekomst van uw kinderen. Kinderen offer uw ouders. Allen, offer uw welbevinden! Offer uw vrijheid! Want alleen het offer kan uiteindelijk de verlossing brengen.
Ook klinkt bij monde van verschillende priesters en gezanten. Hoedt u voor de ander, hoedt u voor uw naaste, want zij zijn het gevaar. De ander kan zijn bezoedeld door de vijand en kan u besmetten met het kwaad. Mijdt daarom de ander, houdt afstand en bedek uw gelaat. Door uw gelaat te bedekken weert u het kwaad, weert u de ander, en uw wandel is in overgave. Zonder uzelf af en onderwerp u. Zo klinkt het langs de straten en in de huizen.
En als eenmaal de grote verlosser komt, ontvang dan zijn teken. Het zal op uw wezen zijn verankerd en u zult gekend worden als zijn volgeling. Alleen in de zuil van de getekenden bent u geborgen en zult u privileges ontvangen.
Uw priesters regeren met één stem, hun daden rechtvaardigen zij met de strijd. De strijd waarop zij zich te vuur en te zwaard schijnbaar vol overgave werpen. Wie zich tegen hen keert is tegen u het volk, zo zeggen zij. Offer uw vrijheid, offer uw menselijkheid, want dan alleen kan het kwaad worden verslagen. Enkel zo kan de strijd gewonnen worden. De enige ware verlossing komt van de verlosser zo verkondigen de hoge priesters en hun gezanten, wiens gezag bij de gratie van zijn komst alomvattend uw leven beheersen.
"Wat moeten wij dan doen?", vroeg iemand in de menigte toen hij uitgesproken was.
Wee u kleingelovigen. Toen de beproeving kwam smolten uw overtuigingen als was bij een vlam. Als strak gemende paarden hebt u het bit in de mond laten leggen. Getuigd met dwang en oogkleppen van vrees bent u zich niet bewust van het ravijn waar u op af stevent.
Ik vraag u aanhangers en belijders van welke godsdienst, religie of ideologie dan ook. Open uw ogen en ga bij uzelf te rade welk pad u werkelijk volgt en wie u werkelijk trouw bent.